VOKA Antwerpen-Waasland Ondernemers: Groot artikel over politiek en ondernemen.
https://www.voka.be/publicaties?field_regional_target_id%5B134%5D=134
Ook in de politiek zijn ondernemers duwers
Na de turbulente ontwikkelingen van de voorbije maanden rond de cumul en betaalde mandaten heeft het imago van de politiek weer flink averij opgelopen. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in zicht stelt Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland vast dat slechts weinig ondernemers zich geroepen voelen een politiek mandaat op te nemen. Vier witte raven leggen uit waarom: ‘Er is te veel schuldgevoel in de politiek. En een dubbele negatieve perceptie bij het publiek: ondernemers Ć©n politici zijn zakkenvullers! Dat is de algemene teneur.
’
door Pieter Leuridan & Jean-Charles Verwaest | fotografie Stephanie Fraikin
Op zondag 14 oktober 2018 moet u opnieuw een stem uitbrengen voor het zesjarige mandaat van de lokale bestuurders in uw gemeente of stad. Het ideale moment om samen met directeur Belangenbehartiging Dirk Bulteel, Routeplan-manager Pieter Leuridan en een aantal ondernemers-politici even vooruit te blikken. In het uitgebreide ledennetwerk van de Kamer werden vier buitenbeentjes gevonden die het ondernemerschap combineren met de politiek: Stany De Rechter (burgemeester Stekene), Bruno De Saegher (districtsschepen Berchem), Luc Janssens (schepen
Kapellen) en Louis Schoofs (gemeenteraadslid Rumst).
In het Vlaams parlement zetelen er momenteel vier ondernemers, dat is amper 3 procent van het parlementaire halfrond, terwijl 23 procent van de Vlaamse actieve bevolking zelfstandig is, merken Dirk Bulteel en Pieter Leuridan op. Luc Janssens ziet een aantal goede redenen daarvoor: ‘Als er al ondernemers zijn die twijfelen, dan nu nog meer. Alles wordt in Ć©Ć©n bad gegooid. De mensen willen allemaal wĆ©l water, elektriciteit en gas tot aan hun deur. Dat gemeenten zich hiervoor verenigen is efficiĆ«nt en nuttig. De kritiek op intercommunales, vind ik dus niet altijd terecht. Los daarvan bedraagt de doorlooptijd van parlementsleden hooguit twaalf jaar. Je kiest dus voor een erg onzeker bestaan. Voorts heeft een ondernemer een chronisch tijdsgebrek want al zijn tijd gaat naar zijn bedrijf. Ook de wijze waarop in de politiek iets wordt beslist, is geen evidentie voor een ondernemer. Een ondernemer die voor 51 procent eigenaar is van zijn bedrijf beslist autonoom en zijn beslissing wordt morgen uitgevoerd. Hij of zij moet niet bij elke beslissing aan het personeel uitleggen waarom die is genomen.’
KASTE
‘Niemand wil nog zijn nek uitsteken’, zegt Bruno De Saegher. ‘We moeten uitkijken dat we niet evolueren naar een kaste van beroepspolitici. Politici die geen voeling meer hebben met het dagelijkse leven.’ Louis Schoofs: ‘Niet het aantal bestuurders is belangrijk. Wel de kwaliteit van die bestuurders. Hebben ze een visie? Kunnen ze een balans en een jaarrekening lezen? Er moet een zekere competentie en screening zijn.’ ‘Ondernemers zijn duwers, iemand die initiatief neemt en die ideeĆ«n aanbrengt; ook in de politiek. Dat is een sterke meerwaarde van politiciondernemers.’ Bruno De Saegher, N-VA
Stany De Rechter maakt toch een kanttekening. ‘Het gevaar bestaat dat als je mandaten gaat verminderen, de kleine gemeenten uit de boot vallen. Stel dat we in onze intercommunales van vijftien naar zeven bestuurders gaan, dan komen die uit de steden Gent, Sint-Niklaas, Dendermonde en Aalst, en heeft Stekene geen inspraak meer. Kleinere gemeenten komen dan niet meer aan de bak. We mogen ons niet laten opjagen door de hetze die nu wordt gecreĆ«erd naar aanleiding van een aantal totaal onacceptabele zaken. Iedereen wordt nu over dezelfde kam geschoren en dat is frustrerend.’
IDEALISME
Toch zijn ze jaren geleden alle vier met heel veel goesting in de politiek gestapt. ‘Een stuk uit idealisme’, zegt Bruno De Saegher.‘ In een bedrijf ben je vooral voor jezelf en voor je bedrijf bezig. Ik volgde de nationale en lokale politiek, wat mij dan afwisselend erg frustreerde of gelukkig maakte. Ik wilde zelf iets doen voor de samenleving en daarom ben ik lid geworden van N-VA. Je wordt daarin meegezogen.’ Groen lijkt dan weer niet zo’n evidente keuze voor een ondernemer. Louis Schoofs kwam nochtans uit een liberaal nest: ‘Klopt, mijn grootvader was burgemeester met een liberale stempel. Het was een droom van mij om in de politiek te gaan. En daarvoor heb ik mijn eigen keuze gemaakt. Er was veel idealisme mee gemoeid. Ik was tien jaar voorzitter van de politieke raad van Groen. Maar ik besefte, samen met anderen, dat ons verhaal tĆ© eng was. Er moest ook een economische grondslag zijn en ik wilde die economische visie mee ontwikkelen. Ik heb overigens nooit een negatieve opmerking over mijn ondernemerschap laten passeren. Men denkt nog altijd veel te stereotiep over de plaats van ondernemerschap. Met al die negatieve berichtgeving is het nu nog lastiger geworden.’
BURGERPARTICIPATIE
Zowel Luc Janssens als Stany De Rechter, beiden jurist, zien hun politieke engagement als een logische stap. Van in hun studententijd waren ze politiek actief. Maar vanaf de jaren negentig werd het voor beiden echt menens. Luc Janssens werd voor het eerst gemeenteraadslid in Kapellen in 1995. Stany De Rechter draagt de burgemeesterssjerp van Stekene sinds 2004. ‘In het begin is dat wennen. Op het moment dat je in de gemeenteraad een beslissing neemt, heb je het hele verhaal al acht of negen keer verteld. Als ondernemer ben je zoiets niet gewoon. De stemming is de bekroning van een lange voorgeschiedenis. Je hebt die tijd echter nodig om een draagvlak te creĆ«ren. Voor de herinrichting van de dorpskern van Stekene hebben we bijvoorbeeld een participatieproject opgezet. Wij hebben ook de zijstraten mee opgenomen in dat denkproces. Vijftig jaar geleden was een burgemeester daar veel autoritairder in. Nu moet hij veel meer een teamspeler zijn. Want iedereen wil zijn zeg hebben. En dan gaat politiek op het lokale niveau nog het snelst vooruit …’ Volgens Luc Janssens dreigt de slinger soms naar de andere kant door te slaan.
‘Burgerparticipatie is nuttig, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er een onevenwicht is wanneer beslissingen voortdurend via administratieve procedures en het gerecht worden aangevochten. Alles is in contestatie. De beste burgerparticipatie zijn nog altijd verkiezingen! Elke zes jaar kan de burger zijn gemeentebestuur behouden of wegstemmen. Het is belangrijk dat bestuurders de ruimte krijgen om te kunnen beslissen. Dat is hun taak en verantwoordelijkheid. De eindbeslissing ligt bij hen die door de burgers democratisch zijn verkozen. ’ ‘Bij Groen hebben we daar toch een andere kijk op’, zegt Louis Schoofs. ‘Ik ben ermee akkoord dat je als politicus op een bepaald moment ook je verantwoordelijkheid moet nemen en beslissen. Ook al maak je jezelf daarmee niet populair. Maar je moet wel eerst luisteren naar de mensen. Pastoor spelen of iedereen meteen zijn marsorders geven, zoals ze dat vroeger deden; dat werkt tegenwoordig niet meer. Je moet dus een methodiek hanteren waarbij iedereen zijn zeg kan doen. Nog een belangrijk verschil: als ondernemer beperk je je tot een bepaald marktsegment, je hebt een juist afgelijnde doelgroep. Als politicus probeer je iedereen te betrekken. Militanten zeggen dan dat je goed bezig bent, maar bij een verkiezing straft het publiek je soms af.’ ‘Ik prijs me vaak gelukkig dat ik met een onafhankelijk lijst buiten de traditionele partijpolitiek sta’, zegt Stany De Rechter. ‘Wij zijn niet ideologisch gekleurd. Wij hebben een zeer pragmatische aanpak. Ik herinner me een vakantiejob in een meubelbedrijf waar de baas mij zei: je spreekt met klanten nooit over religie, politiek en seks. Aan die raad heb ik mij altijd gehouden.’
NORMEN & WAARDEN
Maar zeker op het lokale niveau waar het over mobiliteit, gemeentelijke fiscaliteit, en aanbestedingen gaat ligt het risico op belangenvermenging altijd op de loer. Bruno De Saegher onderstreept dat hij vasthoudt aan een strikte scheiding tussen de twee werelden. ‘Het politieke komt bij mij op het bedrijf de deur niet binnen. Ik heb het bedrijf ook nooit betrokken in mijn politiek werk. Mijn assistente heeft een andere politieke kleur, ik heb daar respect voor en daar zijn geen discussies over. Je moet inderdaad tijd investeren in je politieke ambitie, maar het bedrijf waar ik werkte, is tijdens mijn politiek mandaat drie keer groter geworden. Een bewijs dat het ene het andere niet uitsluit. En indien ik zou worden benaderd om iets te ‘regelen’, dan zal ik dat gesprek meteen publiek melden en vragen aan de gemeentesecretaris of dit kan worden genotuleerd. Volgens mij weet je heel goed wanneer je ergens over de schreef gaat. Als je zoiets doet, dan moet je beseffen dat dit vroeg of laat uitkomt.’ ‘Eigenlijk is het vrij eenvoudig’, vult Luc Janssens aan: ‘Als je in je bedrijf correct werkt, dan doe je dat ook als politicus. Je bent immers dezelfde persoon, met dezelfde normen en waarden.’
‘Wij kunnen ons nog minder permitteren dan andere politici en dat is een goede evolutie’, vindt Louis Schoofs. ‘Ze zitten er tegenwoordig met een vergrootglas op. EĆ©n misstap als politicus, en je maakt ook je bedrijf kapot. Moraliteit gaat verder dan politiek. Je moet de spelregels correct naleven. Mijn kritiek gaat meer uit naar de ambtenaren die te veel hun eigen spelregels kunnen bepalen zonder oog te hebben voor het globale maatschappelijke kader waarin ze opereren. Als ondernemer ben je met tewerkstelling bezig en die gevoeligheid is te weinig aanwezig in de politiek.’ Luc Janssens beaamt: ‘Stel dat een bouwvergunning wordt geweigerd, dan gaan we indien mogelijk met elkaar aan tafel zitten en bekijken we of we vanuit het college nog kunnen bijsturen. De regels van ruimtelijke ordening moeten worden gerespecteerd, maar er is niet altijd een reflex bij de administratie om ondernemerschap te stimuleren. Ondernemers zorgen voor tewerkstelling en het is niet ‘vies’ om als projectontwikkelaar je kost te verdienen met het plaatsen van appartementsgebouwen.’
‘Dat is het karakter van een ondernemer, hĆ©’, zegt Bruno De Saegher. ‘Ondernemers zijn duwers, iemand die initiatief neemt en die ideeĆ«n aanbrengt; ook in de politiek. Dat is een sterke meerwaarde van politici-ondernemers.’ Ondernemers zijn natuurlijk ook altijd op zoek naar efficiĆ«ntiewinsten. Zij zouden dus eigenlijk de grootste voorstanders van gemeentefusies moeten zijn, zeker voor kleinere gemeentes zoals Stekene en Rumst.
FUSIES
Stany De Rechter: ‘Er zijn twee soorten fusies: een politieke fusie naar een nieuwe gemeente – gestimuleerd door subsidies van de Vlaamse overheid – en een fusie van basisfuncties waar gemeenten om de kosten te drukken samenwerken op een aantal vlakken zoals veiligheid (politie), hulpdiensten, OCMW … In Stekene, met zijn 19.000 inwoners, hebben we onze politiezone vrijwillig gefuseerd met Sint-Gillis-Waas en Beveren tot de politiezone Waasland-Noord, om zo een interventiedienst van 24 uur zeven dagen op zeven te kunnen garanderen.’ ‘In Rumst, dat slechts 15.000 inwoners telt, bekijken we dat heel pragmatisch’, zegt Louis Schoofs. ‘Zo is er bijvoorbeeld een goede samenwerking met de buurgemeenten voor de organisatie van Tomorrowland, dat kan een kleine gemeente alleen niet bolwerken.’ De politieke interesse van de vier is intussen nog springlevend. Ze weten goed waar ze bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar hun accent willen leggen.
Bruno De Saegher: ‘Ik heb nu vijf jaar achter de rug als schepen en dat was een schitterende tijd. Mijn mandaat heeft mijn inzichten enorm verrijkt. Op vele vlakken: hoe onderhandelen met collega’s, hoe laat je mensen participeren en zorg je voor een draagvlak, leren omgaan met de media… Voor mijn bevoegdheid – Openbaar Domein – is zes jaar echter te kort. Er zijn veel projecten opgestart, maar om echt de volledige uitvoering hiervan te kunnen verwezenlijken, daar heb je twee legislaturen voor nodig. Zes jaar is te snel om een grote golf van vernieuwing door uw gemeente te laten gaan. Ik zou mijn werk graag afmaken.’
Ook bij Louis Schoofs is het vuur ondanks twaalf jaar in de oppositie nog niet uitgedoofd: ‘Ik koester nog altijd de ambitie om mee te besturen. Ik voel dat Groen op een aantal vlakken echt het verschil kan maken, onder meer door onze totaal andere visie op mobiliteit, onze voorstellen voor betaalbaar wonen, en voor de zorgsector waar ik mij wil inzetten zodat ouderen langer in hun eigen huis kunnen blijven wonen. En ik wil ook de dorpskern leefbaar houden voor de handelaars. De kern van elke gemeente is traditioneel opgebouwd rond de kerk en de middenstand. Met de opkomst van e-commerce moeten we proberen die kern te behouden.’’
Stany De Rechter: ‘Voor mezelf en de lijst Gemeentebelangen is het de uitdaging om in Stekene de absolute meerderheid te behouden. Wij hebben een ploeg die goed draait en waar ook voldoende instroom is van jonge krachten. De slagzin van Stekene is ‘Van nature actief’ en dat vat onze ambities eigenlijk goed samen. We zijn het meest bosrijke gebied van Oost-Vlaanderen, aangenaam om wonen. Maar economisch richten we ons steeds meer op het grootstedelijke Antwerpen.’ Ook Kapellen is zo’n groene gemeente. ‘Met bovendien een lage fiscaliteit’, vult Luc Janssens aan. ‘Daar willen we ons blijven voor inzetten. Ik wil de gemeentelijke financiĆ«n op orde houden, maar ook de investeringsprojecten uitvoeren die op de agenda staan. Wij doen er alles aan om onze inwoners een thuisgevoel te geven, zodat ze na hun werkdag graag naar huis terugkeren.’ Bruno De Saegher knikt: ‘Ja, daar doen we het uiteindelijk allemaal voor. Een inwoner vertelde me onlangs dat het heel leuk wonen is in Berchem. Dat blijft toch een van de fijnste complimenten die ik ooit heb gekregen als politicus.
Voetnoot:
Voor dit rondetafelgesprek waren ook Jan Pszeniczko (CD&V) en Fauzaya Talhaoui (sp.a) uitgenodigd. Jammer genoeg was de datum en uur voor hen onmogelijk.